Interview Martijn Manders (archeologie)
lees dit artikel ook op de Erfgoedstem: Klimaatverandering bedreigt ook erfgoed onder water – De Erfgoedstem

Dit interview is onderdeel van een reeks over klimaatverandering en erfgoed. Dit is een initiatief van het platform Klimaat en Erfgoed. Periodiek verschijnt er een interview met een expert. Dit keer is het woord aan Martijn Manders. Als maritiem archeoloog ziet hij de wereld onderwater veranderen. Met soms vernietigende gevolgen voor de archeologie op de zeebodem.
Heb je vragen over het interview of wil je meer weten? Neem dan contact op met het platform via info@klimaatenerfgoed.nl of bezoek onze website / LinkedIn pagina.
Kan je iets over jezelf vertellen en over jouw betrokkenheid bij het onderwerp van klimaatverandering en archeologie?
Ik werk nu 33 jaar als (maritiem en onderwater-)archeoloog bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en haar voorgangers. Ik onderzoek met name scheepswrakken en leid duikexpedities. Ik ben ook professor aan de Universiteit Leiden. Dat is breder dan alleen het vak onderwater archeologie, ik onderzoek met studenten ook het maritieme landschap en hoe mensen zich verbonden voelen met een gebied. Dat heeft alles te maken met onze herinnering aan het verleden en het erfgoed dat nog altijd aanwezig is.

“Elke keer wanneer ik duik zie ik de gevolgen van het warmer worden van de oceaan en iedere keer schrik ik daar weer van.”
Klimaatverandering wordt steeds belangrijker in ons werk. De veranderingen die ik in de loop der jaren zag in de onderwaterwereld koppelde ik aan oorzaken als vervuiling en fosfaat. Sinds een jaar of acht realiseer ik me dat we ons op de impact van klimaatverandering moeten focussen. Je zou verwachten dat je dit eerder ziet als je ook klimatologische verschijnselen uit het verleden onderzoekt. Maar lange tijd was ‘klimaatverandering’ geen mainstream idee. Er werd ook weinig onderzoek gedaan en opvattingen van klimaatdenkers werden als ‘extreem gedachtengoed’ gezien.
Nu is het juist mainstream geworden, en dat is goed, want de tijd dringt. Elke keer wanneer ik duik zie ik de gevolgen van het warmer worden van de oceaan en iedere keer schrik ik daar weer van.
Wat merk jij nu al van klimaatverandering op erfgoed onderwater?
De gevolgen zijn divers. Om er grip op te krijgen, probeer ik de veranderingen in beeld brengen. Wist je dat er in de Waddenzee honderden wrakken en andere archeologische sites liggen? De resten blijven behouden doordat er na verloop van tijd een wankel evenwicht ontstaat. Scheepswrakken die lang vrij aan het bodemoppervlak lagen zijn allang verdwenen, dat wat onder het zand ligt, is op een natuurlijke wijze beschermd. Iedere verandering is voor een scheepswrak een bedreiging, want verandering is het verstoren van een evenwicht. Die veranderingen volgen elkaar op totdat weer een nieuw (wankel) evenwicht ontstaat.
Ik doe onder andere onderzoek naar veranderingen in stromingen. Dit kan door klimaatverandering komen. De omstandigheden waar een scheepswrak dan al eeuwen in ligt, veranderen. Dit gaat gepaard met schade en verlies. Archeologische resten spoelen letterlijk weg van de site.
Een ander gevolg zijn invasieve soorten. Aantasting door diersoorten die niet van naturen in onze zeeën voorkomen. Zo is de paalworm (Teredo navalis) in steeds meer gebieden actief en vreet het daar scheepswrakken kapot die tot voor kort juist in uitstekende conditie verkeerden omdat dit schelpdiertje er niet voorkwam, denk aan de – nu nog – extreem goed bewaarde scheepswrakken in de Oostzee. Maar ook verandert de pH-waarde op veel plekken op de zeebodem. De zee wordt zuurder door klimaatverandering. Ook dit heeft gevolgen voor het erfgoed dat tot nu toe wel in kalkrijke gebieden bewaard was gebleven.

Klimaatverandering is op lange termijn een van de grootste bedreigingen voor archeologische resten, vooral ook omdat de schaal waarop het gebeurt zo groot is. Maar op korte termijn vormen juist de maatregelen om klimaatverandering tegen te gaan een groot risico. Denk aan de bouw van windparken. De zeebodem raakt compleet verstoord door al die palen in de grond en de stroming die daar dan weer tegenaan botst. Dit zorgt voor erosie in een heel groot gebied.
Op het land kunnen de gevolgen overigens net zo desastreus zijn. Sites verdrogen door het dalen van de grondwaterspiegel omdat meer water nodig is of men juist een drogere bodem wil hebben voor woning- of landbouwactiviteiten. Als (organisch) materiaal dat eeuwenlang bewaard is gebleven in natte bodems uitdroogt, verpulvert het gewoon en kan je er nog maar weinig mee.
Waar ik mij zorgen over maak is dat we vaak niet eens weten welke sites verdwenen zijn of welke zich in de gevarenzone bevinden. We kunnen nog te slecht in de bodem kijken en bekende locaties monitoren we niet genoeg, niet gestructureerd. Onder- en bovenwater. Gelukkig, er zijn steeds meer initiatieven vanuit de Rijksdienst om dit wel te doen, maar zij kan dat niet alleen. Het archeologisch erfgoedbeheer is gedecentraliseerd dus ook lagere overheden en (particuliere) eigenaren hebben hier een belangrijke rol in, en je zou willen dat we nog meer gaan samenwerken op dit specifieke onderwerp. Een focus op alleen rijksmonumenten zal ook niet volstaan, want ten eerste ontbreken daarbij nog onbekende vindplaatsen en ten tweede is de lijst bij lange na niet compleet en representatief voor de vindplaatsen die we wel in beeld hebben.
“Waar ik mij zorgen over maak is dat we vaak niet eens weten welke sites verdwenen zijn of welke zich in de gevarenzone bevinden.”
Wat is je toekomstverwachting ten aanzien van de gevolgen van klimaatverandering voor archeologie?
Bij mij is het glas vaak halfleeg. Dat had ik zelf ook liever niet gehad, haha. Maar zo is het nu eenmaal en ik ben dus ook niet altijd even positief gestemd over de toekomst.
De oplossing is er ook niet zomaar. Klimaatverandering gaat versneld door. Dit vraagt om rigoureuze keuzes. We kunnen niet alles behouden. Als archeoloog zou ik het liefst adviseren om alle sites die nu verloren gaan en die we van waarde vinden, op te graven. Dat is alleen schier onmogelijk en de hamvraag is dan: wie bepaalt wat wel en niet moet worden onderzocht? Daar is helaas geen eenduidig antwoord op.
“Klimaatverandering gaat versneld door. Dit vraagt om rigoureuze keuzes. We kunnen niet alles behouden. Als archeoloog zou ik het liefst adviseren om alle sites die nu verloren gaan en die we van waarde vinden, op te graven.”
Essentieel is wel dat er moet worden samengewerkt met andere stakeholders uit verschillende disciplines. We zouden sommige scheepswrakken best kunnen vrij geven. Laat sportduikers en vrijwilligers deze maar onderzoeken, dat past ook bij het Faro-gedachtegoed.
Dit vraagt natuurlijk wel om begeleiding en richtlijnen vanuit professionele archeologen. En het belangrijkste: om een partij die gemandateerd is om keuzes te maken. Wij kunnen die rol op ons nemen, als Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. De RCE kan de kaders voor vrijwilligers opstellen en besluiten welke sites vrijgegeven worden.
Dit lijkt misschien een grote verandering, maar we bewegen al in die richting, zie ook de aanpassingen in regelgeving met het Besluit Erfgoedwet archeologie waarin vrijwilligers in de onderwaterarcheologie meer mogelijkheden voor onderzoek krijgen.
Dit vraagt veel van de betrokken archeologen en vrijwilligers als het gaat om zorgvuldigheid, heldere afspraken in de samenwerking en vertrouwen. Maar als we niet met elkaar tot dit soort oplossingen komen is het alternatief dat we veel erfgoed verliezen zonder dat het ooit is onderzocht. Dat kan nooit de bedoeling zijn.
Dit alles neemt natuurlijk niet weg dat in situ bescherming nog steeds een belangrijk middel in de archeologische monumentenzorg (AMZ) is. Maar we moeten wel realistisch zijn, het moet kunnen bijdragen aan de doelen die we ermee voor ogen hadden.

Welke maatregelen moeten we nemen om de schade te beperken?
Dit sluit aan bij wat ik net zei. Laten we met elkaar het bestel onder de loep nemen en reflecteren op onze huidige werkwijze. Op dit moment houden we ons vaak nog bijna religieus aan het ‘in situ’ bewaren. Ik vind dat we doorslaan in het idee dat we alles in de bodem moeten bewaren. Alleen als er sprake is van een verstoring (en een betaler aangewezen kan worden), doen we archeologisch onderzoek en overwegen we een opgraving.
Ik zou graag zien dat we de dogma’s doorbreken. Terug naar de kern. Archeologie draait uiteindelijk toch om nieuwsgierigheid? Nieuwsgierigheid naar het verleden. Daarom wilde ik archeoloog worden. Ik wilde antwoorden vinden in de archeologie. De prikkel zou moeten zijn om die nieuwsgierigheid te bevredigen, maar wel zorgvuldig en daar komt dan die AMZ weer om de hoek kijken waarin in situ beheer ook een onderdeel is. Een onderdeel dus, een middel om iets te bereiken, geen doel op zich.
“Ik zou graag zien dat we de dogma’s doorbreken. Terug naar de kern. Archeologie draait uiteindelijk toch om nieuwsgierigheid?”
Op deze manier zouden we verlies van waardevolle sites kunnenvoorkomen. De focus op “in situ” heeft dus ook voor prikkels gezorgd waarbij er niets wordt gedaan en een bijna passieve grondhouding is ontstaan, in de veronderstelling dat opgraven moet worden overgelaten aan volgende generaties. Met dus ook als (onbedoeld) gevolg dat erfgoed ongezien verdwijnt.
Wat kunnen we dan nog meer doen? Investeren in onderzoeksagenda’s, meer onderzoeksvragen opstellen en gaan opgraven, daar waar we die vragen kunnen beantwoorden. Maar dus wel in balans. We maken een afweging tussen de kennis die opgraven oplevert en de mogelijkheid om de site te behouden. Als iets veel kennis oplevert en de site verslechtert, terwijl we daar maar weinig tegen kunnen doen, dan moeten we er voor kiezen om (deels) op te graven. Dat lijkt mij een no-brainer. Maar nogmaals, zo’n afweging wordt in een ideale wereld in samenspraak met alle stakeholders gemaakt.
Welke kansen zie jij in de maritieme en onderwaterarcheologie om bij te dragen aan klimaatadaptatie of klimaatmitigatie?
Er is een geweldig voorbeeld uit Suriname. Aan de Anton de Kom Universiteit werkt een professor hydrologie – Sieuw Naipal- die onderzoek doet naar mangrove bossen. Als alternatief voor een harde zeedijk.
Deze man is teruggegaan naar het verleden. Hoe zag de kust eruit in het verleden? Hij constateerde dat overal mangrovebossen groeiden aan de kust. Deze breken de golven en houden het sediment vast. Een natuurlijke dijk die zelfs de grootste golven kan breken. Dit werkt echt – toont de praktijk steeds weer aan. Wat ik hiermee wil aangeven is dat het verstandig is om ook naar het verleden te kijken. Hoe ging men vroeger met het water, de zee, om? Onze voorouders hadden regelmatig goede ideeën om het water tegen te houden, of om er juist profijt van te hebben. De relatie tussen mens en water is al millennia oud en dat bestuderen we nu net in de maritieme archeologie.

Kennis uit het verleden, over de wijze van leven en oplossingen van vroeger, en waardering voor historische landschappen kunnen bijdragen aan een veilig leefgebied dat ook bijdraagt aan biodiversiteit en ruimtelijke kwaliteit.
Tot slot: wil je nog iets kwijt aan de lezers?
Ik raad mensen aan om Silence of the Tides (red: Pieter-Rim de Kroon, 2020) te kijken. Daar zie je wat de invloed van de mens is in het Waddengebied. Je ziet de wisselwerking tussen cultuur en natuur en het karakter van dit gebied komt er heel mooi in naar voren. We moeten weer gaan ‘leven met’ het karakter van een landschap.
Door naar dit karakter te kijken, zie je hoe onze voorouders moesten meebewegen. Je ziet dan de fouten, maar ook de goede oplossingen. Die werkten niet voor niets al honderden jaren. Daar moeten we nu van leren.
Dit interview is onderdeel van een reeks over klimaatverandering en erfgoed. Dit is een initiatief van het platform Klimaat en Erfgoed en de Erfgoedstem.